Nieuwstad (Bree) / Kluis van Mariëndal

Volgens kanunnik Maes bestond er in 1691 een kluis in Nieuwstad bij Bree.

Op 9 oktober 1741 kochten de kluizenaars uit de Cluys op de Nuystadt, met name Jacobus Gradts, overste en tevoren eremiet in Vrijhern, en Willem Van den Bemden, het Joostengoed in Beek. Het huis werd in 1743 uitgebouwd tot een klooster met refter, kapittelzaal, gastenkamer, een dormitorium met een achttal cellen en een twintigtal kamertjes voor geesteszieken. De kluizenaars beschikten ook over een boerderij met 15 bunders land en weide, en 8 bunders bos en over een volmolen en een olieslagmolen op de Aa. Naast het klooster werd een kapel gebouwd.

Na de dood van Gradts werd de kluis van 1776 tot 1779 bestuurd door eremiet Benedictus, die de kluis volgens Maes met veel schulden belastte en in 1779 uittrad om dienst te nemen in het Spaanse Leger. Zijn opvolger, Augustinus, hield het maar één jaar vol en vertrok in maart 1780 met vier andere eremieten. Van de drie overblijvende eremieten werd Dominicus Janssens voor een periode van drie jaar tot overste aangesteld. Blijkbaar wist hij de rust te herstellen. Tot in 1789 werd hij herkozen en bleef hij in functie. In 1792 telde de kluis zes eremieten en bij de afschaffing in 1798 werd de kluis bewoond door vijf kluizenaars: overste Frans Windelen en de broeders Petrus Hendrix, Anton Maes, Leijs en Dominicus Dullen, door twee commensalen en negen geesteszieken.

De kluis werd op 5 augustus 1798 verkocht aan de Parijzenaar Jaak Joseph Libert.

Op de foto die in 1946 afgedrukt werd bij artikel van kanunnik Maes blijkt dat de gebouwen toen nog grotendeels in hun oorspronkelijke staat waren. Nu blijft er praktisch niets meer van over.

De voornaamste activiteit van de kluizenaars schijnt het oppassen van commensalen geesteszieken geweest te zijn. Velen onder hen waren uit de Verenigde Provinciën afkomstig. Blijkbaar vond de Franse overheid deze activiteit onvoldoende relevant om de kluis niet af te schaffen.

LEVENSREGELS

Regel van 1779 in 10 punten over:

  • de verkozen overste;
  • de dagindeling;
  • het verbod om herbergen te bezoeken
  • de eendracht en de uniformiteit
  • het leefgeld dat kluizenaars meekrijgen op dienstreis zijn of familie bezoeken
  • en het rozenkrans-avondgebed.

Regel van 1792 in 26 punten over:

  • de verkiezing en de bevoegdheden van de overste
  • de dagindeling;
  • het verbod om zonder toelating met commensalen om te gaan;
  • de eendracht en de uniformiteit;
  • het verbod om herbergen te bezoeken;
  • het vasten;
  • het optreden tegen ongehoorzame kluizenaars.
  • Rombout Nijssen (red), Kluizen en Kluizenaars in Limburg, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2002 (de hogere info is hieruit over genomen)