1227: Arnold IV van Loon

Hij overleed tussen november 1272 en oktober 1273 met als meest waarschijnlijke datum 22 februari 1273.

(foto: beeld van Arnold IV op de Fruitmarkt te Hasselt)

  • 1227: prinsbisdom Luik verwerft deel van de goederen van Trudo-abdij die in 7de eeuw aan bisschop van Metz waren geschonken (ander ‘helft’ van St-Truiden blijft eigendom van de abdij).
  • 1227: Kapittel van Hilvarenbeek schonk de Groote Hoef (Neerpelt) aan abdij Averbode (die het goed al een tijd in leen had).
  • 1228: Arnold verkoopt Kelchterhoef aan de abdij van Floreffe
  • 1229: Hendrik I, hertog van Brabant geeft aan Diest vrijheidsrechten
  • 1231: Nonnemielen verhuizen naar Metseren
  • 1232: Arnold hernieuwt de ‘stadsbrief’ van Hasselt (allodiaal)
  • 1233: Watermolen van Herkenrode wordt vermeld. Hasselt vervangt Loon als hoofdplaats van het graafschap.
  • 1233: sticht abdij Oriënten in Grazen (Rummen).
  • 1237: klooster Mariëndal in Halen wordt opgericht -> grond gekocht van abdij Trudo
  • 1237: Elsartmolen reeds vermeld
  • 1239: Hernieuwt de stadsrechten van Beringen (met instemming van de abt van Corbie)
  • 1239-1240: Hasselt werd aangeduid als oppergerechtshof (Hof van Vliermaal)
  • 1240: verkoopt de verstedelijkte kern van Rummen aan Willem van Monferrant. (vanaf einde 15de eeuw => heren de Merode)
  • 1240: Arnold IV schenkt vrijheden aan Kuringen (allodiaal- Luikse stadsrecht) dat zich niet tot een echte stad kan ontwikkelen. Hij bouwt een burcht waar eens het vroonhof van gravin Ermingardis stond. Er kwamen nooit grachten of versterkingen.
  • 1243: schenkt patronaatschap van Bilzen (voorheen van de abdij van Munsterbilzen) aan de Duitse Orde te Bilzen (“Alden Biesen”)
  • 1244: vrijheden aan Maaseik en Stokkem (= beiden allodiaal)
  • 1247: vermelding heerlijkheid Printhagen (=allodiaal)
  • 1252: schenkt domein ‘Buksenrake’(Bokrijk) aan abdij van Herkenrode
  • 1259: Verkoopt in Overpelt de Bemvaartse, Wedelse en kleine molen aan de abdij van Floreffe. Het waren banmolens en alle inwoners van Overpelt, van Neerpelt, Wijchmaal, Kaulille en van een gedeelte van de dorpen Hechtel en Eksel waren verplicht er hun graan te laten malen.
  • 1258: stichting van het begijnhof St-Agnes te Sint-Truiden
  • 1267: schonk aan Cisterciënzerabdij Godsberg (rond 1240 overgebracht van Bautershoven = dochterabdij van Orienten) te Neeroeteren de tienden van Opoeteren en Gruitrode
  • 1267: vermelding kasteel van Betho (Tongeren)
  • 1272: vermelding allodium Mulken (Tongeren)
  • 1273: Jan van Loon.

Jan huwde zijn eerste vrouw Mathilde van Gulik, dochter van graaf Willem IV van Gulik. Daardoor kwam hij ook in het bezit van Heinsberg, en Leeuwenberg. Daarbij kreeg hij ook de titel 'van Gulik'. Na zijn dood in 1279 volgde zijn zoon Arnold hem op.

Borgloon, Brustem, Kolmont en Montenaken kunnen zich niet tot volwaardige stad ontplooien door de nabijheid van Tongeren en Sint-Truiden.

Onafhankelijke heerlijkheden maakten misbruik van het muntrecht.

vorige volgende