Kluis van Rullekoven (Kerniel)

Over de geschiedenis van deze kluis zijn enkele gegevens in verband met de kluis van Vrijhern bekend.

A. Coenen veronderstelt in zijn aangehaalde bijdrage dat de kluizenaars zich in Rullekoven vestigden omdat de kapel in slechte toestand was en hulp in de zielzorg er van pas kwam.

Kort voor zijn dood op 17 juni 1715 vroeg eremiet Vandenbroeck van de kluis van Vrijhern aan de eremieten Nicolaes Heyaerts en Dionysius Morren, die in de Rullekovense kluis woonden, om zijn werk in Vrijhern voort te zetten. Heyaerts gaf in Rullekoven sedert meer dan dertig jaar onderricht aan de jeugd en zou deze activiteit ook invoeren in Vrijhern.

Nadat hij naar Vrijhern verhuisd was, bleef hij eigenaar van de kluis te Rullekoven. Hij stierf op 28 december 1732. Aan wie de kluis van Rullekoven vervolgens toeviel is niet bekend.

In de volkstelling die de pastoor van Kerniel in 1763 op vraag van de Staten van Luik en Loon opstelde, worden geen kluizenaars meer vermeld.

  • Rullekoven, IBE-121170
  • Rombout Nijssen (red), Kluizen en Kluizenaars in Limburg, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2002 (de hogere info is hieruit over genomen)