Abdij van Mariëndal

Abdijen in Loon: Herkenrode (Kuringen), Abdij Terbeek (Sint-Truiden), Oriënten (Geetbets)

Buiten Loon: Sint-Agatha-Abdij van Hocht (Lanaken), Mariëndal (Halen), Maegdendael (Oplinter), Abdij van Vrouwenpark (Rotselaar)

De abdij droeg ook de naam Mariënrode. Er is geen eigenlijke kroniek bewaard, maar abdis Catharina van Buylen (+ I655) schreef een Memoriaal, waarin zij de merkwaardigste feiten uit de abdij geschiedenis verzamelde. Honderd jaar later schreef abdis Scholastica Neyns (+ I762) wat zij noemde een Beschryvinge volgens oude schriften, boecken en archieven des cloosters.

In 1239 was Rotem lid van de orde van Cîteaux. De abdij lag aan de Velpe te Rotem, Halen. Vanaf 1304 was de abt van Val-Dieu de voogdij abt en later nam de abt van Villers die taak over. Tijdens het abbatiaat van Catharina van Leuven (+ I347) werden een nieuwe abdijkerk en een nieuw kloostercomplex gebouwd. Een moniale uit Valduc, Anna vander Nat, werd in 1518 naar Rotem gezonden om er het abdijleven aan te passen aan de nieuwe reformbeweging. Vanaf 1572 berokkenden de geuzenberoerten veel nadeel aan de gemeenschap. De zusters zagen zich genoodzaakt naar Diest te vluchten, waar zij 26 jaar zouden verblijven. Engelse en Deense soldaten plunderden in 1705 de abdij ten gronde. De abt van Villers liet de zusters naar hun familie terugkeren. Abdis Constance de Millet (+ 1730) kon de abdij ten dele heropbouwen. Zij was verantwoordelijk voor een nieuw abdiskwartier en een gastenverblijf. Abdis Bernarda Le Comte (Lecompte?) was uit Brugge afkomstig. Zij liet in 1732 een bakkerij met twee ovens bouwen. Zij had oog voor de herinrichting van de abdijkerk en kreeg van de abt van Villers een nieuw hoogaltaar.

Op 2 maart 1797 werd de abdij door de Fransen gesupprimeerd. De laatste abdis, Constance Dumont, stierf in haar geboortestad Tienen, op 4 augustus 1809. Hoewel Rotem een relatief kleine abdij was, is er toch nog een vrij merkwaardig kunstpatrimonium bewaard gebleven. De archivalia berusten in het rijksarchief te Hasselt. Het obituarium (sterfboek) van de abdij is gelukkig bewaard gebleven (Hasselt, rijksarchief, nr. 3). Het werd uitgegeven door J. Grauwels (in Vlaamse stam, Handzame, 1970, pp. 229-239).

Van het abdijcomplex is de grote ingangspoort nog overeind gebleven, met het wapenschild van de abdij: een gekroonde O.L.Vrouw met kind en de spreuk Maria praeside (Maria beschermster). Ook de abdijhoeve is bewaard.

Afhankelijke goederen:

Refugiehuizen:

  • Diest, Michel Theysstraat 30, Refugehuis, IBE-41779
  • 1997, Anselm Hoste, Nuyttens, De glans van Cîteaux in de Nederlanden, 900 jaar cisterciënzerinnenabdijen 1098-1998, Van Bockstaele, Stichting Kunstboek, Brugge, 1997