1747: Lafelt

Onderdeel van Oostenrijkse successieoorlog

De Slag bij Lafelt, ook bekend als de "Slag bij Maastricht", dat enkele km verder ligt, en waar de slag eigenlijk om te doen was, vond plaats op 2 juli 1747. De Engelse geschiedenisboeken spreken over de "battle of Lauffeld" of Lawfeld of Lauffield.

Locatie: Lafelt, tussen Tongeren en Maastricht

Resultaat: Onbeslist

Strijdende partijen: Frankrijk, Ierland tegen: Oostenrijk, Engeland, Nederlandse Republiek

Commandanten : Maurits van Saksen tegen Willem van Cumberland

Troepensterkte : 60.000 man tegen 80.000 man

Verliezen : 10.900 versus 6.700

Midden 18e eeuw werd de "Oostenrijkse Successieoorlog" uitgevochten, waarbij de Zuidelijke Nederlanden werden betwist door twee partijen. Enerzijds de Fransen, gesteund door Spanje, Pruisen, Beieren en anderzijds de Oostenrijkers, gesteund door Rusland, Engeland en de Nederlandse republiek. Na een eerste treffen in de slag van Fontenoy (1745), trokken de vijandelijke legers naar het oosten, omdat het prinsbisdom Luik probeerde neutraal te blijven. De Fransen hoopten via het bruggenhoofd Maastricht greep te krijgen op de Zuidelijke Nederlanden.

Langs de Romeinse heirbaan tussen Tongeren en Maastricht, rond het gehucht Lafelt (tegenwoordig een gehucht van Riemst), troffen de legers (in totaal 150.000 man) elkaar. De Fransen slaagden erin als eersten de hoogten bij Herderen te bezetten. Hun linie strekte zich uit van Genoelselderen tot Vroenhoven. Ze stonden onder leiding van Maurits van Saksen. De Franse koning Lodewijk XV volgde de slag vanop de Sieberg ten westen van Herderen.

De geallieerden onder leiding van de Oostenrijker Bathiani, de Engelse William Augustus Duke of Cumberland en von Waldeck voor de Nederlandse Republiek. Zij bezetten Alden Biesen te Rijkhoven en de dorpen van Rosmeer over Hees tot Kesselt. Ze hadden Vlijtingen en Lafelt preventief in brand gestoken.

Het terrein was destijds open. De heuvels gaven tactisch voordeel en de dorpen waren aan het oog onttrokken door hagen. Holle wegen doorsneden het terrein. Rond negen uur op een mistige, regenachtige zondagmorgen begon de artillerie te vuren. De strijd bleef lang onbeslist, maar spitste zich mettertijd toe op het strategische Lafelt. Dit werd immers beschouwd als "een moeilijk te veroveren natuurlijke schans met wallen waarop nagenoeg onderdoordringbare hagen groeiden". Wellicht bedoelde men hiermee de diverse holle wegen (dienstdoende als een soort loopgraven) in en nabij dit gehucht. Uiteindelijk slaagde rond vijftien uur een Ierse brigade, strijdend aan de kant van de Fransen, erin, bij Lafelt een fatale bres in de gelederen van de geallieerden te slaan.

De tol die de bloedigste veldslag uit de geschiedenis van Belgisch-Limburg eiste, was bijzonder zwaar: 10.971 gesneuvelden aan Franse zijde, 6707 slachtoffers bij de geallieerden en 3112 afgeslachte paarden. Andere bronnen spreken over ongeveer 5000 gesneuvelden en 10.000 gewonden.

Een ooggetuige, Winand Mengels, zag hoe 's anderendaags de plaatselijke bevolking de gewonden ontdeden van hun kleren en bezittingen. Als ze geluk hadden werden ze naar plaatselijke kerken overgebracht die dan dienst deden als hospitaal. Gebrekkige hygiëne zorgde ervoor dat ook kleinere verwondingen fataal werden.

Het was een Franse overwinning die hen toeliet verder op te rukken. Bergen-op-Zoom werd datzelfde jaar veroverd door een detachement van 30.000 man onder leiding van graaf Lowendahl. In 1748 vielen de Fransen Maastricht aan en na een korte belegering viel de stad in hun handen op 7 mei. Uiteindelijk werd de Oostenrijkse successieoorlog nog in 1748 aan de onderhandelingstafel (Vrede van Aken) beslecht. De Ieren die hadden meegestreden aan de zijde van de Fransen in de hoop zich, bij een eventuele overwinning tegen de geallieerden (waaronder Engeland), van het Engelse juk te kunnen bevrijden, werden niet beloond.

Nu herinnert een Iers kruis nog aan het slagveld. Het is uit één stuk gehouwen en in 1964 geschonken door "The Cork City Choral Society", het koor van de Ierse stad Cork.