Inventaris Limburg

Borgloon, Gors-Opleeuw, kasteelpark

IOE-134286 + IOE-31874: In het noordelijk deel is het parkkarakter het best bewaard. Het is een langgerekt, bebost gedeelte waar een tweede, kleinere langgerekte waterpartij de kern van vormt. Zijn noordelijke begrenzing is ook de noordelijke grens van het kasteeldomein, bestaande uit een hoge berm en een bakstenen muur, die plaatselijk het reliëfverschil opvangt en nu in de noordwestelijke hoek in ruïne verkeert. Parallel met de grens, onder de bomen en langs de oeverbegroeiing van het beekje, loopt een breed, met gras begroeid pad op de lichte helling tegenover het kasteel. Het doet ook de enige bewaarde folly van het park aan: een hoge, ronde bakstenen ruïnetoren, gebouwd boven een ijskelder, die uitzicht bood op de omgeving en ingeplant is op het hoogste punt van het goed. Hij staat al op het Primitief kadaster, dateert dus van de vroegste parkaanleg en is een typisch element in romantische parken in vroeg-landschappelijke stijl.

Borgloon, Voort

IOE-134300: Op de aanzet in kassei na, ligt de oprijlaan in dolomiet. Na een linkse afslag naar de gebouwen en een rechtse naar de vijver, loopt deze laan als wandelpad in het park verder, afwisselend beschaduwd door hoge bomen of met een vrij uitzicht op het licht glooiend landschap van de beekvallei. Voorbij de vijver kruist het hoofdpad een deels als dreef aangelegde oostwest-as die over de beek aansluit op het voorheen meer ontwikkeld padennet van het parkbos, zoals uit de Dépot-kaart van 1871 blijkt. Het parkpad loopt tenslotte verder, min of meer parallel met de beek die verderop door drie bronnen wordt gevoed. Bij een vijver bij één van deze bronnen ligt een fraaie witgeschilderde brug over de beek, gevormd door gebogen I-profielen met houten planken en met geklonken kruisen als schoren in de zes traveeën van de smeedijzeren leuning. Vrij ver van het kasteel bevindt zich een beboste heuvel met een bakstenen ijskelder, die in 1900 is gekadastreerd en waarboven eertijds een paviljoentje was gebouwd. Aan de voet ervan lag een nu verdwenen theatertje met een halfcirkelvormig podium van baksteen, waarbij drie beuken als decor en achtergrond waren geplant en ook banken voor het publiek waren voorzien.

Bilzen (kasteelpark Zangerhei)

IOE-302679: Het park met omgrachting en vijver bleef behouden, maar de grote bomen werden gekapt voor de houtopbrengst en sommige plekken verwilderden waardooor het park zijn imposante karakter verloren heeft. Hier en daar treft men nog een schaarse aanwijzing uit de parkaanleg aan, zoals onder meer een brug over de vijver met drie bogen van rotsblokken. Aan de uiterste zuidwesthoek van het park ligt onder een laag aarde een ijskelder waarin vroeger ijs uit de vijvers werd opgeslagen. Momenteel wordt de ijskelder beheerd in functie van de vleermuizen.

Gingelom, Jeuk, Hasselbroek

IOE-303116: Uit de hoogdagen van het kasteeldomein resten nog volgende elementen: bij het grasveld een mogelijk nog 18de-eeuwse sokkel voor een zonnewijzer, van geprofileerde blauwe hardsteen naar onder toe verjongend; ten noordoosten bij de moestuin en er tegenaanleunend een 19de-eeuws pittoresk paviljoen onder rieten dak, gebouwd van boomstronken, leem en boomschors met spitsboogvormige venstertjes eveneens van boomtakken; in het lustbos bij de oostelijke toegang een hondenhok van vóór 1905 met zadeldak en scherpe, hoge dakkapellen met neogotische inslag, in baksteen en hout; in de beboste zone bij de gedempte gracht ten zuiden van het grasveld een van bakstenen gemetselde ijskelder; en tenslotte een wel 100 meter lange balie, onderbroken door een poortje van eenvoudig smeedwerk, dat de westelijke begrenzing vormde tussen het kasteelpark en de boomgaard. Deze boomgaard was vanaf de Kasteelstraat toegangelijk via een 'barrier', een eenvoudig smeedijzeren hek gevormd door ronde staven met een roostervulling van ijzeren linten, tussen twee vierkante hekpijlers van blauwe natuursteen, ook uit midden 19de eeuw.

Hasselt, De tuin van de gouverneursresidentie, Lombaardstraat 19

IOE-134587: De eerste tuin in land­schap­pel­ijke stijl dateerde uit de tweede helft van de 19de eeuw. Op de kadastrale opmetingsschetsen noteerde men in 1889 de bouw van een serre en broei­kas, in 1879-1881 twee zomerhuis­jes en in 1896 een win­ter­tuin. Een bewaard ontwerp uit 1902 van Saintenoy voor een geome­tri­sche tuin werd niet uit­gevoerd. Een nieuwe aanleg in landschap­pelijke stijl volgde in 1905-1909, na de uit­brei­ding langs de Schrijn­wer­kers­straat, naar ontwerp van Biddaer, een ingenieur van het Ministerie van Openbare Werken. De recente herziening van de tuin gebeurde door landschapsarchitect Ber­nard Nolens in 1985, echter met behoud van de be­staan­de bomen. De ijskelder werd toen opgevuld.

Heers, Mechelen-Bovelingen, kasteel - (Natuurhulpcentrum)

IOE-32135: Circa 1790 laat graaf de Borchgrave d'Altena opnieuw verbouwingen uitvoeren, die het kasteel een laatclassicistisch uitzicht geven. De kern van het gebouw blijft behouden, maar de oost- en westvleugel worden aanzienlijk ingekort, de gebouwen worden alle tot twee bouwlagen hoogte gebracht en onder mansardedaken geplaatst. De kasteelgrachten worden gedempt en waarschijnlijk ontstaat in deze periode de tuin in landschapsstijl, de waterpartijen worden een grote vijver. Een nieuw U-vormig complex van dienstgebouwen bevindt zich aan de oostzijde van het kasteel, ongeveer op de plaats van de huidige dienstgebouwen. De manège, de ijskelder en het tuinpaviljoen dateren uit deze periode. Dit is de toestand zoals weergegeven in de Atlas van de Buurtwegen (1843).

Heks, kasteeldomein

IOE-134309: Velbruck had kort na 1768 al een sterrenbos op de Zavelberg geplant en zijn Sterfhuisinventaris vermeldt in 1784 op de wandeling van het kasteel naar de Zavelberg en terug, een groot aantal banken, tien beelden van gietijzer, een hermitage die hij in 1779-1780 had gebouwd, een ijskelder aan de voet van de heuvel en een torenruïne. Voor enkele van deze tuinfabriekjes waren zelfs rijmpjes gemaakt – onder meer voor de grafsteen van Spitz, Velbrucks hond. In 1828 bestonden ze niet meer of waren ze voor de landmeters onzichtbaar. De torenruïne komt wel voor op een landmeterplan in het Huisarchief en daarop staan de Italiaanse populieren, die tot de dreef naar de Zavelberg behoren. Deze bomen waren toen erg populair als de noordelijke variant van de cipressen in de Italiaanse tuinen, waarop de nieuwe tuinstijl zich inspireerde.

Leopoldsburg, Kamp van Beverlo, Koninklijk Park

IOE-134648: Het Nieuw park in landschappelijke stijl heeft een meer groots ka­rak­ter en ligt bij de mess der Onder­officieren of Club Prin­ses Pao­la. Het bestaat uit gras­velden met een rondweg en een bomengor­del en behoudt eveneens de oorspronkel­ijke pa­den­struc­tuur. De mees­te ge­bou­wen ver­dwenen metter­tijd. De ijskelder uit 1837, 80 m3 groot en van bak­steenmetselwerk werd in het Nieuw park ge­bouwd in functie van het Militair Hos­pi­taal en voor het Huis van de Koning. Voorheen stond op de top een rustiek acht­hoe­kig pa­vilj­oen­tje van boom­stam­men en een stro­dak, een geliefde stijl in de 19de eeuw, ver­want met de muziek­kiosk die zich eer­tijds be­vond op het Ko­ningsplein in Leo­polds­burg.

Jaarboek Leuvens historisch genootschap IV-2009: In het kamp van Beverlo te Leopoldsburg bevindt zich nog de ijsberg, een afgeknotte heuvel met een goedbewaarde ijskelder, aangelegd in het Park van de onderofficieren. De grote ijskelder had een capaciteit van 80 m3.

De bedoeling ervan was tweeërlei, namelijk voorzien in de behoeften van het militaire hospitaal en in die van de mess der officieren (maaltijden). In het hospitaal werd het ijs toegepast om de koorts te doen dalen en bij zwellingen. Deze ijskelder werd onlangs gedeeltelijk gerestaureerd.

De ijskelder behoorde tot de allereerste infrastructuur die bij de stichting van het nieuwe kamp werd aangelegd, als onderdeel van een ambulancepark voor de zieken, beëindigd eind juli 1835. Daarna volgde er op 17 april 1837 een vast hospitaal eerste klas van Beverlo. Het daaropvolgende militaire hospitaal werd pas rond 1848 opgetrokken in de vorm van losse paviljoenen.

Lummen, kasteelpark het Hamel

IOE-134650: Een kadastraal plan met in­scrip­tie 'renou­velée' in het Hasseltse Rijks­archief is een niet gedateerde gewij­zig­de situ­atie van de site. De oude boerderij ten zuiden is vervan­gen door nieuwe gebou­wen ten noorden van het heren­huis (nummer 1804 d), de overtuin is één per­ceel­ geworden (nummer 1806 a), de voetweg die van oost naar west langs de zuidel­ijke grachtarm liep, het zui­delijke deel van de laan naar de beek en de twee percelen hooiland zijn één groot per­ceel geworden met aandui­ding van de ronde ijskelder als perceel nummer 1808 b. De kadastrale opmetings­schetsen noteerden wijzigingen in 1855, 1857, 1872 en 1878.

Lummen, domein Vreebos (St-Ferdinandinstituut)

IOE-134655: Het parkje is in oo­rsprong een grasveld met enkele solitai­ren, half­weg een dwarspad, een rondom geslo­ten bomen­gordel, een rond­weg en een be­schei­den parkbos ten zuidwes­ten. Als focus vandaag dient een wit Heilig Hart­beeld in een bloem­perk tussen recente Californische schijncipressen (Chamaecyparis lawsoniana). Het merendeel der gras­velden is nu in ge­bruik als dieren­park en speel­tuin. Ten zuid­westen bevindt zich een ijskelder, vermoedelijk uit het einde van de 19de eeuw onder een bij de func­tieverschuiving toege­voeg­de Lour­des­grot bij een bosje van gewone taxus (Taxus baccata) en tamme kastanje (Castanea sativa). Vanaf de grot loopt een laantje van kren­te­boompjes (Amelanchier lamarckii) naar het voormal­ig buiten­huis uit 1906.

Maasmechelen (Leut) (zie foto's!)

Sint-Truiden, Brustem, kasteelpark

IOE-303462 : De Dépot-kaart (opname 1886, uitgave 1894) toont deze aanleg waarbij het oude hof naast het nieuwe kasteel bleef bestaan. De strakke oude gracht, nu zonder zuidelijke uitstulping, liep nu naar het westen uit tot een langgerekte 'natuurlijke' vijver, met een brug en een pad dat aansloot op het kruisende meesterpad van de nieuwe moestuin. Die was ommuurd en op de vierde zijde begrensd door de westelijke arm van de oude U-vormige gracht. Zowel buiten deze ommuring als er binnen lag een kleine, vierkante constructie, respectievelijk het ijshuis (dat nog bestaat, ten noorden van de moestuin) en een serre of paviljoen. Verder bestond het park uit hooiland met groepjes bomen, gebogen lanen en een zichtas naar het zuidoosten, die begrensd werd door een houtsingel op de grenslijn van het nieuwe parkperceel (334 b). De Berghofsteeg van het Primitief kadaster bestaat niet langer op haar totale lengte.

Sint-Truiden, kasteel en -hoeve van Nieuwenhoven - info

IOE-23016 - IOE-300064: Ten noorden, aan de oostelijke wandelweg rond de parkvijver, ligt haaks op de weg een nu dichtgemetselde ijskelder van baksteen met ingekort sas. De heuvel die hem beschermt, is begroeid met zomereik (Quercus robur), gewone beuk (Fagus sylvatica) en gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus).

Sint-Truiden, kasteelpark, Peten-Van Halen

IOE-303487: Een bepleisterde theekoepel uit het einde van de 18de eeuw boven een ijskelder, is ten westen aan de Halingenstraat in ruïneuze toestand bewaard, omgeven door gewone taxussen. Het is een verzorgd bakstenen gebouwtje met natuurstenen omlijstingen met een afgesnuite vierkante plattegrond en een gemansardeerd piramidedak van leien. Het plafond heeft sober rocaillewerk en een brede keellijst. De deur is voorafgegaan door trappen in de oostgevel en de toegang naar de ijskelder in de westgevel is dichtgemetseld. Twee halve oculi met roedeverdeling in de zijgevels zorgen voor verlichting.