Abdij Maegdendael

Abdijen in Loon: Herkenrode (Kuringen), Oriënten (Geetbets), Abdij Terbeek (Sint-Truiden)

en net buiten Loon: Sint-Agatha-Abdij van Hocht (Lanaken), Sint Bernardusdal (Diest), Mariëndal (Halen), Maegdendael (Oplinter), Abdij van Vrouwenpark (Rotselaar)

Te Oplinter, bij Tienen, werd ca. 1215 een abdij voor cisterciënzerinnen opgericht. Meer legendarisch dan historisch zou Bartholomeus van Tienen de stichting begonnen zijn. De oudste akten dateren van 1219. Ze verwijzen reeds naar Maagdendal als behorend tot de orde van Cîteaux. Sinds 1228 mocht de abdij zich verheugen in de belangstelling van de hertog van Brabant en van andere adellijke heren die de abdij met giften bedachten. Toen Elisabeth van den Berghe in 1522 abdis verkozen werd, bestond de gemeenschap uit 28 monialen. Zij had een broer, Lodewijk vanden Berghe, die in 1545 abt werd van de premonstratenzerabdij Park te Leuven. Abdis Elisabeth gaf aan de kerk van Oplinter een prachtig retabel, geschilderd door haar neef Jan van den Berghe, nu te Brussel bewaard in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.

Tijdens de woelige tweede helft van de 16de eeuw verhuisden de monialen naar Diest, en van daaruit naar Sint-Truiden en Leeuw. De abdis werd door de geuzen gevangen genomen en moest een losgeld betalen van 2000 florijnen. De gedwongen ballingschap zou negen jaar duren. In 1627 werd Martine de Pinchart tot abdis verkozen in een gemeenschap van 33 monialen en 15 lekenzusters. De biechtvader van Maagdendal was een monnik uit Villers, Willem van der Hoeven. Hij was in 1627 reeds twintig jaar rector van de abdij. Hij gebruikte al zijn invloed om een tegenkandidate te doen verkiezen, Margriet Rorinne, maar tevergeefs. Deze zuster droeg namelijk zijn voorkeur omdat zij tegen teeringhen ende brasserijen streng was opgetreden. De tucht bleek in die eerste helft van de I7de eeuw erg verslapt, en de schuldenlast van de abdij was gestegen tot 6000 florijnen. De abdij zag zich verplicht haar drie refugehuizen, te Tienen, Leeuwen Diest, te verkopen. De abdis liet alleen Waalse zusters tot het noviciaat toe, zodat de kroniekschrijfster met verbazing vaststelde dat Maagdendal meer en meer een Waals klooster werd. De laatste abdis stierf te Tienen in 1805.

  • Oplinter (Tienen), Kloosterstraat 40, Abdij Maegdendael, IBE-43106
  • 1997, Anselm Hoste, Nuyttens, De glans van Cîteaux in de Nederlanden, 900 jaar cisterciënzerinnenabdijen 1098-1998, Van Bockstaele, Stichting Kunstboek, Brugge, 1997