Kluis van Reinrode (Loksbergen)


Enkele kloosterlingen van Korsendonk waren het rond 1410 niet eens met de pogingen van hun prior en de meerderheid van de gemeenschap om lid te worden van het Kapittel van Windesheim. Daarom besloten de gebroeders Van der Bruggen Korsendonk te verlaten en in Reinrode een nieuw klooster op te richten. Zij bouwden er een kapel en een woonhuis in 1417, maar kort daarop besloten de gebroeders Reinrode te verlaten en een huis van de johannieterorde met kerk te bouwen aan de Leuvense Poort te Diest. Kerk en klooster in Diest werden in 1578 verwoest door Beeldenstormers.

De kapel en de kleine woning te Reinrode bleven verder in gebruik; waarschijnlijk woonde er soms een priester. Het is niet zeker sedert wanneer er kluizenaars verbleven. Misschien sedert ca. 1669 want kort daarvoor liet een kluizenaar herbouwingswerken uitvoeren aan de kapel. De eerste derde-ordeling-kluizenaar die in het Registrum mortuorum vernoemd wordt is Bonaventura a Sancto Antonio (Stefaan Hendrix), die stierf op 7 mei 1688 na negen jaren eremietenleven. Het is niet duidelijk wanneer de kluizenaars reguliere derde-ordelingen van de geschoeide karmelieten geworden zijn. Tussen 1691 en 1694 kregen ze hun levensregel.

Volgens Borgers bouwden de eremieten in 1714-1720 een nieuwe kluis en in 1794-1798 de nog bestaande kapel. De gebouwen werden tijdens de Franse Periode waarschijnlijk aangekocht door Franciscus Berings, die ze naliet aan zijn zoon Petrus Berings en die aan zijn dochter Paulina Vandepoel-Berings. Vanaf 1920 zijnde gebouwen eigendom van de familie Somers die - volgens Borgers - grote verbouwingswerken liet uitvoeren: de cellen werden afgebroken en verbouwingswerken uitgevoerd. Cellen en binnenplaatsen werden vervangen door nieuwe woningen en stallen. De laatste jaren werden restauratiewerken uitgevoerd.

Zeker van 1698 tot 1755 (amortisatiebrief) hielden de eremieten school en verbleven kinderen als kostgangers in de kluis. Ook verzorgden zij zwakzinnigen en waarschijnlijk ook oudere personen, zowel leken als geestelijken, die als commensalen in de kluis verbleven. In het amortisatiedossier wordt onderstreept dat zwakzinnigen in Reinrode aan veel gunstiger tarieven verzorgd werden dan door de alexianen.

  • Halen Loksbergen, Oude Leuvensebaan 2, Kluis van Reynrode, IBE-21791
  • Rombout Nijssen (red), Kluizen en Kluizenaars in Limburg, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2002 (de hogere info is hieruit over genomen)