Abdij Vrouwenpark

Abdijen in Loon: Herkenrode (Kuringen), Oriënten (Geetbets), Abdij Terbeek (Sint-Truiden)

en net buiten Loon: Sint-Agatha-Abdij van Hocht (Lanaken), Sint Bernardusdal (Diest), Mariëndal (Halen), Maegdendael (Oplinter), Abdij Vrouwenpark (Rotselaar)

  • Rotselaar, Aarschotsesteenweg 39, Abdij van Vrouwenpark, nu klooster der Montfortanen, IBE-42696
  • Leuven, Mechelsestraat, refugehuis (1675-1740), IBE-953
  • Veltem-Beisem (Herent), Haachtstraat 119-121, Hof ter Eycken (alias Hof van Rekem of Kasteel van Buken), erfgoed Herent

De abdij was ca 1215 reeds aangesloten bij de orde van Cîteaux. Een notaris akte uit 1374 en een oorkonde uit 1384 zijn formeel dat de abdij op het grondgebied van Rotselaar gelegen was. Van bij het begin stond de abdij onder de bescherming van Hendrik I, hertog van Brabant. Arnold van Rotselaar en zijn opvolgers hebben de abdij met grote giften begunstigd.

Rond 1220 speelde zich in Vrouwenpark een vreemde gebeurtenis af. In de Levens der Heiligen, door de bollandisten uitgegeven (Mei, t. I) is een eigenaardig verhaal gebundeld over een joods meisje, Rachel, dat zich bekeerde tot het christendom en dan in de abdij Vrouwenpark haar intrede nam. De auteurs van dit verhaal zijn niet de eerste de beste. Caesarius van Heisterbach, zelf cisterciënzer en goed thuis in de zustermiddens van zijn tijd, schreef het eerste deel; Thomas van Cantimpré, die o.a. het leven van Sint-Lutgart schreef, stelde het tweede deel samen. Rachel was een dochter uit een joods gezin, dat van Keulen naar Leuven verhuisd was. Reeds in de 12de eeuw begon de afzondering van de joden ten overstaan van de buitenwereld. De getto's ontstonden reeds in die tijd. Men weet hoe Bernardus van Clairvaux in 1146 te Mainz optrad ten gunste van de jodengemeenschap. Het joodse meisje Rachel was pas vijf jaar oud als ze bekeerd werd door een priester, tot grote woede en onbegrip van haar ouders. Deze wilden hun dochter weer naar Keulen sturen. Rachel verliet het ouderlijk huis en nam haar intrek bij de monialen van Vrouwenpark. Daar werd ze gedoopt en als oblate in de abdij opgenomen. Het gebeuren kreeg grote religieuze dimensies. abt van Villers, de bisschop van Luik en Paus Honorius III hielden zich bezig met de bekering van dit joods meisje. Uiteindelijk mocht ze in Vrouwenpark blijven. De biograaf deelt alleen mee dat Rachel wondere visioenen ontving, schitterde door mirakels en deugdzaam overleed. Dit moet na I270 gebeurd zijn, toen Rachel ongeveer 60 jaar oud was.

In 1569 verrichtte de abt van Morimond de visitatie in de abdij, vooral met het oog op het invoeren van de strenge Reformatie. De moeilijke punten lagen op het vlak van de kleding, van het slot en van de relaties met de biechtvader. In dit jaar vluchtten de zusters naar hun refugehuis te Leuven. De abdij te Rotselaar werd in I 578 door de geuzen verwoest.

Pas begin I7de eeuw kon men aan een heropbouw denken. Het is zeker dat de zusters in 1618 een kostschool hadden, naar het voorbeeld van andere cisterciënzerinnenabdijen. Zo ontsnapten ze aan het edict van Jozef II die alle contemplatieve kloosters liet sluiten.

In I796 werd Vrouwenpark door de Franse Revolutie afgeschaft. De laatste abdis was Constance Verheyden.

Het archief van Vrouwenpark is goed bewaard. Het berust ten dele te Brussel in het Algemeen Rijksarchief, en ten dele te Parijs in de Bibliothèque Nationale. Het indrukwekkend cartularium telt meer dan duizend stukken (Brussel). Het werd in I398 geschreven door de biechtvader van de abdij, Gerard van Meerhout. Vrouwenpark bezat goederen in 75 gemeenten van Oost-Brabant.

Van de hand van J. Van Groes is een r Sde-eeuwse kopergravure bewaard met een zicht op de abdij. Het is het enige bekende zicht dat een beeld geeft van de abdij rond de jaren I700. Op de voorgrond bemerkt men de duiventoren.

  • 1997, Anselm Hoste, Nuyttens, De glans van Cîteaux in de Nederlanden, 900 jaar cisterciënzerinnenabdijen 1098-1998, Van Bockstaele, Stichting Kunstboek, Brugge, 1997